Grenswaarden voor fijnstof inhaleerbaarstof en metalen

 

 

Onderbouwing private grenswaarden voor blootstelling aan fijnstof, inhaleerbaar stof en metalen 

Tijdens werkzaamheden in onder andere spoortunnels kan (fijn-/inhaleerbaar-) stof aanwezig zijn. Bij beroering kan dit stof opdwarrelen en worden ingeademd. Afhankelijk van de concentratie in de lucht kan fijnstof, inhaleerbaarstof en/of componenten in het fijnstof een risico vormen voor de gezondheid van werknemers .

Om het gezondheidsrisico van gevaarlijke stoffen door inademing te kunnen beoordelen is een grenswaarde nodig. 

Door de blootstelling op de werkplek te meten en vervolgens met de grenswaarde te vergelijken, kan worden vastgesteld of de blootstelling een risico vormt voor de gezondheid.

Aanpak
Vaststellen grenswaarden

Vertrekpunt voor het vaststellen van de private grenswaarden is het rapport Literatuuronderzoek naar samenstelling en bronnen van fijnstof in spoortunnels van 13 juli 2020 [2]. In dit rapport is de samenstelling van het fijnstof uitgewerkt n.a.v. onderzoek naar fijnstof in tunnels.

Om die blootstelling te kunnen vaststellen zijn meetprotocollen opgesteld [3,4]. Om te beoordelen of deze blootstelling kan leiden tot gezondheidseffecten, worden de uitkomsten van de metingen getoetst aan de grenswaarden. Hierbij kan als hulpmiddel gebruik worden gemaakt van het) het document Toetsen aan de grenswaarden [5] dat is opgesteld door de Inspectie-SZW (I-SZW).

I-SZW heeft ook de procedure beschreven hoe een organisatie een grenswaarde vast dient te stellen [6]:

Om de private grenswaarde vast te stellen is voor elk component deze procedure gevolgd (zie ook kader). Daar waar meerdere buitenlandse grenswaarden werden gevonden is aangegeven waarom voor een specifieke grenswaarde is gekozen. Belangrijk uitgangspunt in het proces is dat de grenswaarde gezondheidskundig onderbouwd moet zijn.

 

Procedure Vaststellen Grenswaarden Fijnstof in Spoortunnels

Voor het vaststellen van grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling door inademing van gevaarlijke stoffen, heeft de I-SZW een procedure vastgesteld. In dit kader is deze opgenomen.

Publieke en private grenswaarden

Publieke grenswaarden zijn door de Nederlandse overheid vastgestelde en gepubliceerde wettelijke grenswaarden [A]. Iedere organisatie is verplicht die wettelijke grenswaarde aan te houden maar kan wel een grenswaarde kiezen die lager is dan een wettelijke grenswaarde.

Bestaat er geen publieke grenswaarde voor een stof dan moet de organisatie zelf een grenswaarde van die stof bepalen. Voorwaarde is dat deze private grenswaarde ervoor zorgt dat de gezondheid van medewerkers beschermd wordt.

Als er geen wettelijke of gezondheidskundig grenswaarde aanwezig is moet de keuze voor een grenswaarde goed worden onderbouwd. 


A: Stroomschema ISZW afleiden private grenswaarden

Aanvullend op stroomschema van ISZW:
In het kader van fijnstof worden de grenswaarden vastgesteld door werkgevers en werknemers in de werkkamer Arbo van railAlert. Daarmee worden ze grenswaarden voor de branche.

In het geval van vaststellen van grenswaarden voor fijnstof wordt onderstaand proces van ISZW:

 

ISZW Proces

 

uitgebreid met een aanvullende processtap die nodig is voor opname in de Arbocatalogus:

 

Arbocatalogus proces

 

Samenstelling fijnstof in spoortunnels

In het rapport over de samenstelling van fijnstof worden drie groepen stoffen genoemd die procentueel in zodanige hoeveelheden in het stof in spoortunnels kunnen voorkomen dat ze in potentie gezondheidskundig relevant zouden kunnen zijn bij beroepsmatige blootstelling door werkzaamheden in die tunnels, namelijk:

  • Metalen (ijzer, koper, aluminium, barium, chroom, magnesium, mangaan, nikkel en zink);

  • Kwarts;

  • Koolstof.

    Ook bij de afwezigheid van specifieke toxische componenten kan een te hoge stofconcentratie schadelijk zijn voor de luchtwegen. Daarom is het relevant om (naast grenswaarden voor gezondheidsgevaarlijke componenten) ook voor stof dat via inademing in het lichaam terecht kan komen grenswaarden vast te stellen voor blootstelling tijdens het werk. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in:

  • Inhaleerbaar stof (stof dat kan worden ingeademd);

  • Respirabel stof (stofdeeltjes die zo klein is dat het in de longen kan komen).

Daarnaast kan niet helemaal worden uitgesloten dat poly aromatische koolwaterstoffen (PAK's) aanwezig zijn in het fijnstof. Omdat PAK een mogelijk gezondheidsrisico kunnen vormen worden deze stoffen vooralsnog meegenomen in de meet- en analysestrategie.

In het literatuuronderzoek is eveneens naar voren gekomen dat fosforverbindingen en zwavel aanwezig kunnen zijn. We verwachten echter dat er sprake is van lage concentraties en stellen derhalve voor om eerst de resultaten van de metingen af te wachten voordat wij hier meer onderzoek naar gaan uitvoeren (soort verbindingen en grenswaarden).