Hijsen

Werken met Railgebonden en niet Railgebonden hijs- en hefwerktuigen

 

Stabiliteit

 

Hijs- of hefwerktuigen kunnen tijdens het werk kantelen of omvallen. Maatregelen dienen te worden genomen om te voorkomen dat er letsel ontstaat bij personen die zich in of op het werktuig bevinden. Bij het opstellen van werktuigen dient zeker gesteld te zijn dat de ondergrond voldoende draagkracht biedt en er geen ondergrondse putten of leidingstelsels aanwezig zijn.

De last

 

Om de last veilig te kunnen hijsen of heffen gelden een aantal aandachtspunten:

  • Het hijsen aan bindmiddelen, banden en verpakkingen van materiaal is niet toegestaan, tenzij ze hiervoor speciaal zijn ontworpen.
  • Indien verschillende onderdelen tegelijkertijd worden gehesen, dient men ervoor te zorgen dat niet een of meerdere delen uit de hijs kunnen vallen.
  • Lange lasten moeten zo veel mogelijk op verschillende punten worden aangeslagen, waarbij het zwaartepunt bepaald moet worden.
  • Bij gebruik van twee, drie of meersprongen dient het gewicht gelijkmatig verdeeld te worden. Aangeraden wordt een spreidhoek van maximaal 60º aan te houden.
  • Lasten mogen nooit worden losgetrokken.
  • Er mag nooit meer worden gehesen dan de toegelaten veilige werkbelasting.
  • De kraanmachinist en degene die de last aanslaat of afpikt, dienen goed met elkaar te communiceren, dat wil zeggen dat er oog- of spreekcontact is en één persoon ter plekke communiceert met de machinist.
  • Indien de kraanmachinist ziet dat een last niet goed is aangeslagen mag hij de last nooit gaan hijsen.
  • Houdt rekening met de weersomstandigheden. Vanaf windkracht 7 dienen hijswerkzaamheden te worden gestopt (open bouw). Een windsnelheidsmeter is noodzakelijk.
  • Bij het hijsen van lasten met een relatief groot oppervlakte, bijvoorbeeld bekistingschotten, kunnen vaak bij lage windsnelheden al problemen ontstaan.
  • Het hijsgereedschap dient regelmatig gecontroleerd te worden of dit in goede staat verkeert.
  • Tijdens de hijsbeweging mogen zich nooit mensen onder de last bevinden, het hijsgebied dient daarom afgezet te worden.
  • De kraan moet goedgekeurd en gecertificeerd zijn.
  • Het kraanboek (keuringen en reparaties) en het hijsboek met daarin de hijstabellen en grafieken moeten aanwezig zijn bij de kraan.
  • Bij de kraan moeten de certificaten van de hijsmiddelen aanwezig zijn. Hierop staan o.a. de afkeurnormen vermeld.
  • De machinist moet in het bezit zijn van een hijsbewijs indien last >10 meterton bedraagt.
  • Machines, toestellen, werktuigen, transportmiddelen en andere hulpmiddelen dienen op de juiste wijze gebruikt te worden.
  • De op de werktuigen, toestellen etc. aangebrachte beveiligingen niet veranderen of zonder noodzaak verwijderen.
  • Voorafgaande aan de hijswerkzaamheden moet een hijsplan zijn ingediend door de firma die de hijswerkzaamheden uit gaat voeren, hierin moet staan; de max. grondbelasting, de vlucht van de te hijsen last, de gieklengte en het max. gewicht wat bij die gieklengte kan worden gehesen.
  • Dit schriftelijk hijsplan moet door de opdrachtgever worden goedgekeurd. 
  • Eventuele voorzieningen in de grond (onder de opstelplaats van de hijskraan,) zoals riolen, sprinklerleidingen, hoogspanningskabels e.d., moeten geïnventariseerd worden, indien nodig moeten er extra maatregelen getroffen worden om de grondbelasting van de hijskraan te minimaliseren ter bescherming van de voorzieningen in de grond eronder.
  • Met de heftruck mag alleen materiaal geheven worden. Lasten aan de lepels hangen is verboden evenals het heffen van personen.
  • Er mag alleen gehesen worden bij verticale stand van de hijskabels. De zogenaamde “schuine sleeptrek” is verboden
    Controle, inspectie en keuringen hijswerktuigen.