Gevaren en risico’s Ioniserende straling
Ioniserende straling is de verzamelnaam voor straling met hoge energie.
Deze straling bereikt ons vanuit de ruimte, wordt uitgezonden door radioactieve stoffen en kan kunstmatig worden geproduceerd met bijvoorbeeld een röntgenapparaat. Door de hoge energie kan ioniserende straling levend weefsel beschadigen.
Ioniserende straling kan kankerverwekkend zijn. Directe effecten van straling kunnen ernstig zijn en in het ergste geval zelfs dodelijk. Het negatieve effect van de straling hangt sterk af van de stralingsdosis en de blootstellingsduur.
Doorslagveiligheden Type RG
Binnen de railinfrabranche komen nog oude types doorslagveiligheden met een radioactieve stof voor (doorslagveiligheden Type RG).
Dit zijn ingekapselde bronnen, dat wil zeggen radioactieve stoffen die zo goed zijn ingekapseld dat de mogelijke blootstelling aan straling binnen de toegestane normen valt voor blootstelling aan de bevolking. Alleen bij beschadigde doorslagveiligheden is er een risico op verhoogde blootstelling voor de omgeving.
Niet-ioniserende straling is een verzamelnaam voor een aantal soorten straling, die in lage doseringen en zonder langdurige blootstelling niet schadelijk zijn. Niet-ioniserende straling kan zelfs bij zeer hoge intensiteitsniveaus geen ionisatie in biologische systemen (lichaamscellen) veroorzaken. Dit is het grote verschil met ioniserende straling.
Effecten kunnen echter wel ontstaan: opwarming of elektrische stromen in weefsels en cellen. Blootstelling aan hogere doseringen of concentraties kunnen dus wel gevaarlijk zijn voor de mens. Voorbeelden zijn: