Aanrijdgevaar

Aanrijdgevaar is een van de grootste risico’s binnen de railinfrabranche.
Spoorwerkers lopen risico van aanrijdgevaar door twee soorten verkeer:

  • treinverkeer (railgebonden voertuigen);
  • wegverkeer bij in dienstzijnde overwegen.

Arbowet, Spoorwegwet en Normenkader Veilig Werken

Drie wetten/regelingen zijn van toepassing op aanrijdgevaar: de Arbowet, de Spoorwegwet en het Normenkader Veilig Werken.

Bij werkzaamheden aan de Railinfra is geen duidelijke lijn te trekken tussen zaken die op basis van de Spoorwegwetgeving en zaken die op basis van de Arbo-wetgeving moeten worden geregeld. Met andere woorden, er is sprake van een grijs gebied. Een voorbeeld hiervan is het feit dat een werkgever op basis van de Arbo-wet moet zorgdragen voor een veilige arbeidsplaats. Deze veilige arbeidsplaats wordt vervolgens bereikt door het inschakelen van de in de Spoorwegwetgeving benoemde veiligheidsfunctionarissen.”

De Arbowet beschrijft hoe moet worden omgegaan met veiligheids- en gezondheidsrisico’s.

In de Spoorwegwet is met name de afdeling Personeel van belang: hierin worden de veiligheidsfuncties beschreven.

Het Normkader Veilig Werken (NVW) is van toepassing op alle railinfrabeheerders, opdrachtgevers en opdrachtnemers en werkgevers die proces- en projectmatige werkzaamheden(laten) uitvoeren aan railinfrastructuur die valt onder de Spoorwegwet of de Wet lokaal spoor (nog niet in werking getreden), gedurende de hele levenscyclus van het systeem.

Het NVW beschrijft de verantwoordelijkheden en relaties tussen de betrokken partijen. De praktische uitwerking is vastgelegd in de onderliggende Voorschriften voor Veilig Werken (VVW’s) en Brancherichtlijnen. Het NVW, de VVW’s en Brancherichtlijnen worden uitgegeven door railAlert. In de praktijk beproefde werkwijzen kunnen door uitvoerende partijen worden vastgelegd in ‘best practices’. Deze vallen weliswaar hiërarchisch onder de Brancherichtlijnen, maar hebben geen officiële status.

Arbeidshygiënische Strategie

 

Per 1 januari 2007 mag in de meeste gevallen geen trein rijden gedurende werkzaamheden. Op basis van de Arbeidshygiënische Strategie moet worden gekozen voor het hoogst haalbare veiligheidsniveau. Wordt hiervan afgeweken, dan is het verplicht om dit te onderbouwen.

Uitgangspunt hierbij is dat gevaren en risico’s voor de veiligheid van werknemers, volgens de niveaus van de Arbeidshygiënische Strategie worden beheerst, in een vastgestelde volgorde:

  • Voorkomen/elimineren;
  • Beperken/isoleren;
  • Beschermen – collectief;
  • Beschermen – individueel;
  • Beschermen - persoonlijke middelen.


Bij het werk in het spoor zijn goede veiligheidsmaatregelen nodig om werknemers te beschermen tegen aanrijdgevaar. Welke maatregelen een werkgever moet treffen, is afhankelijk van de situatie. Bij de keuze voor het gebruik van beschermingsmaatregelen spelen verscheidene factoren een rol.

De opdrachtgever moet voordat het werk begint, een analyse maken van risico’s en beschrijven welke veiligheidsmaatregelen nodig zijn om veilig te kunnen werken.
Dit betekent het doorlopen van de volgende stappen:

  • Documenten
  • Instructie
  • Materieel
  • Personeel
  • Omgevingsfactoren
  • BHV

Welke vormen van aanrijdgevaar onderscheiden we?

 

Het werkproces telt vijf processtappen waarin sprake kan zijn van aanrijdgevaar.
Definities:

  • Beveiligen werkplek - Het nemen van de noodzakelijke maatregelen om de werkplek veilig testellen.
  • Bereiken werkplek - Het overbrengen van mens en materieel naar de werkplek, via de daarvoor vastgestelde routing.
  • Uitvoering - Het uitvoeren van de werkzaamheden op de werkplek.
  • Beëindigen werk - Het afvoeren van mens en materieel vanaf de werkplek, via de daarvoor vastgestelde routing.
  • Opheffen veiligheidsmaatregelen - De genomen noodzakelijke maatregelen opheffen om de werkplek terug te geven aan de treindienstleider.