Begrippenlijst

De begrippenlijst is niet definitief, maar een levend document. Verbeteringen zullen continu worden doorgevoerd. Opmerkingen kunnen naar info@railalert.nl.

Begrippen Toelichting
Aanrijdgevaar Onder aanrijdgevaar wordt verstaan het gevaar dat medewerkers lopen om in aan-raking te komen met treinen en railgebonden voertuigen
Actief beveiligde overweg

Overweg die voorzien is van een treinaankondigingsinstallatie

Activiteitenoverzicht Concept WBI van het planbureau. Planbureau verwerkt WBI-aanvraag in een activiteiten overzicht en stuurt dit retour aan WB-O
Afbakening

Niet-menskerende fysieke voorziening die een persoon voelbaar waarschuwt dat hij/zij een grens nadert

Algemeen Leider (AL)

Functionaris van ProRail Verkeersleiding die leiding geeft aan de afhandeling van een calamiteit. De AL = Officier van Dienst – Rail (OvD Rail)

Arbeidshygiënische Strategie

Hiërarchisch stelsel van veiligheidsbeheermaatregelen voor risico’s

Arbeidsveiligheid De veiligheid van degenen die werken
Audit Onafhankelijke toetsing/beoordeling van een activiteit, proces, systeem of organisatie op basis van een vooraf overeengekomen expliciete norm.
Baanvak Gedeelte van de baan tussen twee met name genoemde punten
Bedrijfspas Document door middel waarvan de houder kan aantonen dat hij gerechtigd is een veiligheidstaak/veiligheidstaken uit te oefenen

Begeleider buitendienst-

gesteld spoor

Persoon bevoegd voor het begeleiden van werktreinen en andere railgebonden voertuigen op buitendienstgesteld spoor
Beheerste Toelating

Werkplekbeveiligingsmaatregel waarbij railverkeer naar de werkplek wordt uitgesloten door maatregelen van de LWB met de restrictie dat de werkplek binnen een vooraf vastgestelde tijdsduur wordt vrijgemaakt om treinverkeer toe te staan

Best practice

Werkwijze voor een specifieke (veiligheids-)activiteit of set van (veiligheids)-activiteiten in een specifieke context die:

  • voldoet aan het gestelde doel en past binnen de geldende kaders, normen en randvoorwaarden;
  • in overeenstemming is met de huidige stand der techniek, de beschikbare competenties en de operationele mogelijkheden
Bijna-ongeval Een bijna-ongeval is een onbedoeld plotseling optredend voorval dat had kunnen leiden tot schade of letsel. Er is in dit geval geen barriére meer aanwezig. De (spoorweg)'veiligheid in het geding geweest)
Bijzonder voertuig

Voertuig dat in een buitendienstgesteld gebied op het spoor kan rijden, niet zijnde een locomotief of treinstel

Bouwplaats

Locatie waar een infraproject wordt uitgevoerd

Brancherichtlijn Een brancherichtlijn geeft voor specifieke activiteiten of maatregelen een nadere uit-werking van de regels. Een brancherichtlijnen is bindend
Buiten bedrijf (VVW-Tram) Status van de baan waarbij alle railverkeer van en naar de bouwplaats in het geheel is uitgesloten
Buitendienst(stelling) Veiligheidsbeheersmaatregel, door treindienstleider (1e schil) en leider werkplekbeveiliging (2e schil), van de baan waarbij exploitatief treinverkeer op de werkplek is uitgesloten
Buiten gebruik

Status van werkplekbeveiliging waardoor regulier treinverkeer op de werkplek is uitgesloten door het treffen van maatregelen door de treindienstleider

Calamiteit

Een calamiteit is een ongewenste gebeurtenis, waarbij sprake is van verstorende effecten op het railverkeerssysteem en/of op diensten van deelnemers aan het railverkeerssysteem, zodanig dat continuering in gevaar komt of reeds belemmerd is

Controleur Veilige Berijdbaarheid

Bevoegd persoon die beoordeelt of de veilige berijdbaarheid van de infrastructuur gedurende en na beëindiging van de werkzaamheden geborgd is

Directievoerder Toezichthouder namens de opdrachtgever op een project
Eilandbuitendienststelling

Een eilandbuitendienstelling is een buitendienstelling die geen veilige aan- en aflooproute heeft voor personeel

Elektrocutiegevaar Het gevaar dat werkenden lopen om in aanraking te komen met spanningvoerende delen
Fysieke Afscherming (middel) Menskerende voorziening die voorkomt dat de uitvoerende in de gevarenzone (zone A) kan komen
Fysieke Afscherming (veiligheidsmaatregel) Methode van werkplekbeveiliging waarbij werkenden en risicobron in ruimte van elkaar worden gescheiden
Fail safe

Eigenschap waarbij een element of middel bij storing de gebruiker altijd zal waarschuwen voor gevaar

Flashlights Knipperend lichtbaken dat wordt toegepast om gevaarlijke locaties (grenzen van werkplekken of buitendienststellingen etc.) te markeren
Functionaris De persoon die op zijn functieterrein kennis heeft van de desbetreffende reglementen, voorschriften en procedures
Gegarandeerde Waarschuwing (middel) Een automatische waarschuwingsinstallatie die bij een naderende trein tijdig een visueel en akoestisch signaal geeft
Gegarandeerde Waarschuwing (veiligheidsmaatregel) Collectieve maatregel waarbij werkenden door automatische apparatuur visueel en akoestisch worden gewaarschuwd voor naderende treinen.
Geplande periodes

Vooraf is duidelijk op welke sporen/locaties en tijdstippen de periodes ‘actief’ zijn en dat deze in de WBI zijn vastgelegd en in het planningsproces zijn opgenomen

Gereedschapmachinist / Machinist Buiten Dienst Een machinist vb of bb die opgeleid en gecertificeerd is om te rijden met voertuigen in de buitendienststelling
Gevaar Bron of situatie met de potentie schade of letsel te veroorzaken
Gevarenzone (zone A) (treinverkeer) Het gebied waarbinnen zich aanrijdrisico door een trein kan voordoen
Gevarenzone (elektrische installatie) Een bepaalde ruimte rondom actieve delen, waarin het isolatieniveau ter voorkoming van elektrisch gevaar niet is gewaarborgd als deze ruimte zonder beschermings-voorzieningen wordt binnengegaan
Gevarenzone tram Het gebied waarbinnen aanrijdrisico door een tram aanwezig is
Grenswachter

Bevoegd persoon die bewaakt dat werkenden en gereedschappen niet onbedoeld in een aangrenzende zone komen

Handgereedschap Handgereedschap is gereedschap dat de gebruiker zonder specifieke maatregelen kan hanteren en hem niet belemmert om binnen vijf seconden de gevarenzone (zone A) te verlaten
Hoofdsporen

Een spoorweg wordt als hoofdspoorweg aangewezen, indien:

  • de spoorweg uitsluitend of overwegend bestemd is voor het verrichten van openbaar personenvervoer of goederenvervoer ten behoeve van internationale, nationale of regionale verbindingen, en
  • de Staat rechthebbende is ten aanzien van de spoorweg
Incident/bijna-ongeval Een incident is een onbedoeld plotseling optredend voorval dat had kunnen leiden tot schade of letsel (bij een incident/bijna-ongeval is de (spoorweg)veiligheid in het geding geweest)
Incident Een incident is een onbedoeld plotseling optredend voorval dat had kunnen leiden tot schade of letsel. Bij een incident/bijna ongeval is de (spoorweg)veiligheid in het geding geweest)
Installatie Verantwoordelijke Taak bij de opdrachtgever die direct verantwoordelijk is voor de bedrijfsvoering van de elektrische installatie en de coördinatie tussen de verschillende werken
Instructie

Een schriftelijke en/of mondelinge opdracht met een toelichting ten aanzien van veiligheid en maatregelen voorafgaand aan het uitvoeren van de desbetreffende activiteiten

Kortdurende activiteiten

Activiteit met een duur van maximaal 1 uur (het is niet toegestaan om een activiteit "op te knippen" in eenheden van 1 uur)

Leider werkplekbeveiliging Bevoegd persoon die verantwoordelijk is voor het aanbrengen, in stand houden en verwijderen van de werkplekbeveiliging in relatie tot aanrijdgevaar
Leider werkplekbeveiliging tram De persoon die verantwoordelijk is voor het aanbrengen, in stand houden en verwijderen van de werkplekbeveiliging in relatie tot aanrijd- en elektrocutiegevaar bij de tram
Leider lokale veiligheid Bevoegd persoon belast met zorg voor de naleving van veiligheidsmaatregelen op een aangewezen locatie
Markering Niet-menskerende voorziening waarbij een persoon visueel gewaarschuwd wordt dat deze de grens nadert
Machinist
Buiten Dienst
Een machinist (volledig of beperkt) bevoegd met geldige vergunning die opgeleid en gecertificeerd is in het rijden met voertuigen in de buitendienststelling
Nabijheidszone

Zone B en C

Nabijheidszone (elektrische installatie) Een beperkte ruimte rondom de gevarenzone (definitie NEN 50110)
Nevenspoor Het spoor, direct gelegen naast het werkspoor
Onderhoudsrooster

Een jaarlijks rooster dat buitendienststellingen beschikbaar stelt ten behoeve van werk- zaamheden aan het spoor

Ontwerpende partij De natuurlijke of rechtspersoon die voor de opdrachtgever het ontwerp van een uit te voeren opdracht maakt
Opdrachtgever De natuurlijke of rechtspersoon die opdracht geeft tot ontwerp, bouw, onderhoud of sloop van een infraproject 
Opdrachtnemer De natuurlijke of rechtspersoon die de opdracht uitvoert
Persoonlijke waarneming

De methode van werkplekbeveiliging waarbij de uitvoerende(n) wordt/worden gewaarschuwd voor een naderende trein over het werkspoor

Ploeg

Drie of meer medewerkers die samen een activiteit uitvoeren (inclusief medewerkers met een veiligheidstaak)

Ploegleider

Functionaris/vakbekwaam persoon die in het kader van de RLN00128 en RLN00124 ter plaatse met de leiding van de werkzaamheden belast is

Railgebonden voertuigen/werktrein

Krachtvoertuig (indien met andere voertuigen verbonden, daarmee een geheel vormend) of bijzonder voertuig dat zich bevindt op buitendienstgesteld spoor ten behoeve van werkzaamheden

Railwegvoertuig

Bijzonder voertuig dat op het spoor en op de weg kan rijden

Regulier vervoerproces

Treinverkeer dat volgens dienstregeling gebruikmaakt van indienstgestelde railinfra

Risico

Combinatie van de waarschijnlijkheid dat een gespecificeerde gevaarlijke gebeurtenis zich voordoet en de gevolgen daarvan

Risicoanalyse

Betreft elke vorm van analyseren van gevaren met betrekking tot het werk resulterend in concrete risico’s en de bijbehorende maatregelen. Vormen van risicoanalyses zijn onder andere de RI&E en de LMRA

Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E)

Proces waarbij systematisch risico’s in kaart worden gebracht en gewogen en waarbij beheermaatregelen met behulp van de asrbeidshygiënische strategie worden vastgesteld

Rijden op zicht

Rijden met een zodanige snelheid dat op elke plaats, waar een belemmering voor het verder rijden aanwezig is, tijdig gestopt kan worden

RLN00128

Veiligheidsvoorschrift voor werkzaamheden aan (of in de nabijheid van) elektrische hoogspanningsinstallaties

Spanningloosstelling

Beheersmaatregel waarbij de installatie en/of het systeem spanningloos wordt gesteld (conform de veilige vijf (vrij schakelen, voorkomen herinschakelen, meten, aarden, enzovoort)

Storing

Ongeplande gebeurtenis, waarbij sprake is van verstorende effecten op het railverkeerssysteem en/of op diensten van deelnemers aan het railverkeerssysteem, zodanig dat continuering in gevaar komt of reeds belemmerd is

Taak eigen veiligheid (TEV)

Persoon met de taak eigen veiligheid (voorheen Alleengaande)  die zonder begeleiding de baan betreedt. De uitvoerder van de taak mag:

  • zich buiten de gevarenzone (zone A) verplaatsen;
  • buiten de gevarenzone (zone A) inspecties en opnames uitvoeren; op basis van een (locatie)specifieke instructie
  • in dienst zijnde sporen oversteken (maximaal twee)

Treindienstleider  NCBG

Persoon die namens verkeersleiding verantwoordelijk is voor het regelen van het rail-verkeer op NCBG (niet centraal bediend gebied)

Tijdelijke Snelheids-beperking

Maatregel waarbij treinverkeer tijdelijk opdracht krijgt met een lagere snelheid te rijden dan de op het betrokken spoor gebruikelijke dienstregelingsnelheid (of baanvaksnelheid)

Uitvoerende partij

De natuurlijke of rechtspersoon die zich aan de opdrachtgever heeft verbonden om in een proces de uitvoerende functie te vervullen

Vakbekwaam persoon

Persoon met een elektrotechnische aanwijzing van de werkgever conform de NEN EN 50110

Vakinhoudelijk leidinggevende

Degene onder wiens gezag een veiligheidstaak wordt uitgeoefend en die zorg draagt voor vakinhoudelijke leiding over de persoon/personen die de taak uitoefent/uitoefenen

Veilige aan- en aflooproute

Door middel van maatregelen beveiligde route naar de buitendienst gestelde werkplek die voor de hele duur van de activiteit of tijdens een aantal periodes binnen de duur van de activiteit beschikbaar is.

Toelichting:
uitgangspunt bij het vaststellen van een veilige aanlooproute naar en aflooproute van de werkplek is dat deze tijdens de hele duur van de activiteit beschikbaar is

Wanneer het niet mogelijk is om de veilige aan- en aflooproute gedurende de hele duur van de activiteit beschikbaar te hebben, is het voor geplande activiteiten toegestaan om de aan- en afloop in een aantal periodes tijdens de duur van de activiteit plaats te laten vinden

Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

  • de periodes zijn “gepland”:
Dit betekent dat vooraf duidelijk is op welke sporen/locaties en tijdstippen de periodes “actief” zijn en dat deze in de WBI zijn vastgelegd én in het planningsproces zijn'opgenomen. én
  • de werkplek is “zelfvoorzienend
Dit is een werkplek waarop alle benodigdheden voor het uitvoeren van de activiteiten aanwezig zijn; materiaal, gereedschap, eet- en sanitaire voorzieningen. Hierdoor is er geen noodzaak om het spoor buiten de vastgestelde periodes van aan- en afloop te verlaten of te betreden. En dit is dan ook verboden

Een aan-/aflooproute die door een automatische beveiligde overweg, BT of een GW beveiligd wordt, wordt geacht gedurende de hele duur van de activiteit beschikbaar te zijn

Veilige berijdbaarheid

De infrastructuur is veilig berijdbaar als deze zodanig is ingericht, dat deze voldoet aan de door de beheerder bekendgemaakte eigenschappen

Veiligheid

Mate van afwezigheid van risico’s

Veiligheidsgesprek

Communicatie tussen LWB en Treindienstleider/BD-SMC waarin afspraken worden gemaakt over het aanbrengen of verwijderen van maatregelen gerelateerd aan aanrijd- en elektrocutiegevaar, en de communicatie tussen de LWB en de machinist van de werktrein of de Gereedschapmachinist over verplaatsingen binnen de   buitendienststelling

Veiligheidsman

Bevoegd persoon die ervoor zorgt dat de werkende tijdig gewaarschuwd wordt voor naderend treinverkeer

Veiligheidspersoon tram

De persoon die bij werkzaamheden aan de trambaan het tramverkeer tot de werkruimte toelaat

Veiligheid- & gezondheids-coördinator

Bevoegd persoon die verantwoordelijk is voor het inventariseren en evalueren van risico’s, het coördineren en bewaken van V&G-gerelateerde aspecten gedurende de voorbereiding en realisatie van een werk

Veiligheid- & gezondheids-dossier

Bevat gegevens over de infra, technische installaties en directe omgeving, alsmede alle documenten en informatie die relevant zijn voor het (veilige) beheer van de infra

Veiligheid- & gezondheidsplan

Document waarin zijn opgenomen:

  • gegevens over het te realiseren werk
  • de bij het werk betrokken partijen
    • de wijze waarop de samenwerking en communicatie tussen deze partijen plaatsvindt
    • risico-analyse en vastgestelde beheersmaatregelen

Veiligheidsorganisatie

Combinatie van technische en organisatorische voorzieningen die borgt dat risico’s met betrekking tot aanrijd- en elektrocutiegevaar en overige arborisico’s worden weggenomen of beheerst

Veiligheidsruimte

Ruimte tussen het nulpunt van de afzetting en het begin van de werkruimte. In de veiligheidsruimte mogen zich geen personen en voertuigen bevinden. De veiligheidsruimte is bedoeld ter bescherming van wegwerkers tegen voertuigen die door de afzetting in het nulpunt rijden. (handboek wegafzettingen 96b van de CROW)

Voertuiginstructie (VTI)

Document waarin de benodigde informatie voor het veilig kunnen verplaatsen van railgebonden voertuigen op buitendienstgesteld spoor is vastgelegd

Voldoende onderricht persoon

Persoon met een elektrotechnische aanwijzing van de werkgever conform de NEN EN 50110.

Voorschrift

Dwingend opgelegde handeling die opgevolgd moet worden.

Voortschrijdende activiteit

Activiteit met een verplaatsingssnelheid van minimaal 3 km/uur

Vrijbalk

Aanduiding van de uiterste grens op een spoor waar spoorvoertuigen geplaatst kunnen worden zonder in aanraking te komen met spoorvoertuigen op het nevenspoor

WECO (Werkcontract)

Document, waarin de afspraken tussen Treindienstleider en Leider Werkplekbeveiliging worden vastgelegd en bevestigd

Werkplekbeveiligings-instructie (WBI)

Document waarin onder andere de te treffen veiligheidsmaat-regelen van uit te voeren werkzaamheden zijn vastgelegd

Werklocatie

Een vooraf gedefinieerde locatie waarin één of meer activiteiten plaatsvinden, aan-gegeven met een cijfer. Er kunnen meer werklocaties binnen een werkplek (WBI) aanwezig zijn

Werkoverweg

Tijdelijke overweg die voldoet aan dezelfde eisen als een reguliere overweg

Werkplek

De buitendienststelling (gebaseerd op locatie en tijd) die is opgenomen in een Werkplekbeveiligingsinstructie (WBI) en is aangegeven met een letter

Werkspoor

Het spoor waarop personeel en/of machines activiteiten verrichten aan de railinfra of waarover spoorvoertuigen worden verplaatst ten behoeve van de logistiek

Werktrein

Krachtvoertuig of bijzonder voertuig - indien met andere voertuigen verbonden daarmee één geheel vormend - dat zich bevindt op buitendienstgesteld spoor en niet wordt gebruikt als gereedschap op de werkplek

Werktreinbegeleider

Bevoegd persoon belast met het begeleiden van werktreinen en andere railgebonden voertuigen. Deze taak is per 1-7-2014 vervallen

Werkruimte (VVW-tram)

Ruimte waarin wordt gewerkt, inclusief de draairuimte voor machines

Werkvak (VVW-tram)

Bebakende en afgezette ruimte, waarbinnen werkzaamheden worden uitgevoerd, inclusief de ruimte die nodig is voor de opslag van materiaal en materieel, de loop- en vluchtruimte voor de werkenden en de stalling van voertuigen/keten; het werkvak bestaat uit werkruimte, veiligheidsruimte en vrije ruimte

Werkverantwoordelijke

Persoon die bij de uitvoering van elektrotechnische werkzaamheden is aangewezen als direct verantwoordelijk persoon voor het geven van leiding aan deze werkzaamheden

Werkzoneleider Veiligheid

De WLV draagt zorg voor de naleving van veiligheidsmaatregelen op de werklocatie en bewaakt dat werkenden niet onbedoeld in de gevarenzone (zone A) komen. De WLV begeleidt voertuigen over wissels

Wijkplaats

Plek waar werkenden, met hun gereedschap, zich zodanig veilig kunnen opstellen dat aanrijdgevaar uitgesloten is

Wijkplaats bij PW/VHM (trein)

Plek waar werkenden, met medeneming van hun gereedschap, zich veilig kunnen opstellen buiten de gevarenzone (zone A)

Zelfrijdend gereedschap

Bijzonder voertuig dat bestemd is om op de werkplek als gereedschap te gebruiken

Zelfvoorzienende werkplek

Een werkplek waarop alle benodigdheden voor het uitvoeren van de activiteiten aanwezig zijn: materiaal, gereedschap, eet- en sanitaire voorzieningen